Bij de aanleg van een gescheiden riolering in de straat, moeten alle woningen die nog geen gescheiden rioleringsstelsel hebben, hun regenwater en vuil water apart aansluiten op de respectievelijke RegenWaterAfvoer (RWA) en de DroogWeerAfvoer (DWA) in de straat. Dit is wettelijk zo geregeld in de VLAREM II wetgeving en de Vlario-reglementering. Dit is een verplichting en geen keuze. Voor rijwoningen maakt men een uitzondering: een aantal aanpassingswerken mogen worden uitgesteld tot er grondige verbouwingen worden uitgevoerd. Dit is uitstel, geen vrijstelling. De doelstelling is om op die manier zuiver hemelwater maximaal ter plaatse te laten infiltreren en/of te hergebruiken, terwijl afvalwater zo geconcentreerd mogelijk naar een zuiveringsstation wordt afgevoerd. Twee keer winst voor het milieu.
Afkoppelingsdeskundige: gratis
Verplichten is één, maar om na te gaan wat haalbaar is, wordt een afkoppelingsdeskundige aangesteld die voor elke woning een plan opmaakt hoe aan de regelgeving kan worden voldaan. Die dienstverlening wordt gratis aangeboden. De deskundige zal een inventarisatierapport van de bestaande toestand van de riolering en een plan van de ontworpen toestand opmaken. Deze aanpassingen dienen door de eigenaar van de woning te worden bekostigd. De gemeente voorziet wel een subsidie tot 1000 euro per aansluiting, mits voorlegging van het bewijs dat de werken correct werden uitgevoerd (factuur en keuringsverslag).
Controleer goed of alle informatie die op het inventarisatierapport staat vermeld, correct en volledig is, zeker wanneer je een kelder hebt. Als in de kelder klokputjes of afvoeren aanwezig zijn (wasmachine, overloop boiler, uitgietbak, …), dan heb je wellicht een risico-aansluiting die extra aandacht vraagt. Het is belangrijk dat de afkoppelingsdeskundige hiervan op de hoogte is. Normaal zou elke woning maar één rioolaansluiting mogen hebben, maar in het verleden gebeurde het wel eens dat er een tweede aansluiting werd voorzien. Als je daar weet van hebt, is het belangrijk dit te melden aan de afkoppelingsdeskundige zodat hiermee rekening kan worden gehouden.
Afkoppelen kan dikwijls wel op meerdere manieren gebeuren. De afkoppelingsdeskundige stelt er daarvan slechts één voor. Als je denkt dat er een andere manier bestaat, kan je deze bespreken met de afkoppelingsdeskundige. Als het alternatief voldoet aan de geldende richtlijnen, kan de voorgestelde ontworpen toestand door hem/haar worden aangepast.
Aanvraag financiële tussenkomst afkoppelingswerken
Wie is waartoe verplicht?
Op de website van Farys kom je alles te weten over gescheiden afvoer op privédomein.
Meer informatie over wat afkoppelen juist is, vind je ook terug in de folder van Farys die je onderaan deze pagina kan downloaden.
Woningen die vrij recent zijn gebouwd (na 1999), voldoen in principe al aan deze regels. Daar volstaat het de aansluiting van vuil water en regenwater ter hoogte van de rooilijn te ontdubbelen en apart aan te sluiten op de nieuwe riolering.
Wanneer in de straat een gescheiden rioleringsstelsel wordt aangelegd, is afkoppelen dus verplicht, tenzij het technisch niet mogelijk is. Eigenaars van een rijwoning krijgen enkel uitstel. Het is de afkoppelingsdeskundige die bepaalt wat kan en wat niet. Volg je dit advies (inventarisatierapport met ontworpen toestand) niet, dan stel je jezelf bloot aan sancties.
Wanneer en door wie moeten de werken worden uitgevoerd?
Voor half open en open bebouwing moeten de afkoppelingswerken worden uitgevoerd binnen de 6 maand na voltooiing van de werken in de straat. Omdat eigenaars van een rijwoning niet de mogelijkheid hebben om die leidingen aan de buitenzijde van de woning aan te leggen, mogen zij deze werken uitstellen tot het moment dat er grondige verbouwingen worden voorzien. Dit is dus uitstel, geen vrijstelling.
Vanuit de gemeente worden er geen aannemers aangesteld, voorgesteld of aanbevolen om deze werken uit te voeren. Dit neemt niet weg dat dat aannemers zich spontaan kunnen voorstellen. In dat geval kunnen wij je alleen maar aanraden meerdere offertes te vragen en vooral te kiezen voor een bekwame vakman.
Wie controleert de afkoppelingswerken?
Als eigenaar dien je er zelf over te waken dat deze werken worden uitgevoerd, conform de ontworpen toestand op het inventarisatierapport dat je hebt ontvangen. Je vraagt aan de aannemer daarom best een plan van hoe hij de werken heeft uitgevoerd, bij voorkeur aangevuld met fotos. Dit is nuttig voor jezelf als eigenaar, mocht er ooit een probleem ontstaan met de riolering van je woning. Die documenten zijn ook nuttig voor de inspecteur die de werken zal komen controleren en het keuringsattest zal opmaken. Enkel wie een positief keuringsverslag kan voorleggen, heeft namelijk recht op een subsidie van maximaal 1.000 euro. Die kan je aanvragen via rioolbeheerder Farys.
Wie een negatief keuringsattest krijgt, bijvoorbeeld omdat de werken anders werden uitgevoerd dan voorzien in de voorgestelde ontworpen toestand zonder dit vooraf te vragen, zal alsnog aanpassingen moeten doen. Vandaar het belang de werken correct te laten uitvoeren en eventuele alternatieven eerst te laten goedkeuren door de afkoppelingsdeskundige.
Risico-aansluitingen
Kelderaansluitingen worden aanzien als risico-aansluitingen. Daarmee wordt bedoeld dat er een verhoogd risico is dat water uit de riolering terugstroomt naar de woning. Dit risico van terugslag bij kelderaansluitingen kan onmogelijk worden uitgesloten door de overheid. Om die reden wordt aangeraden kelderaansluitingen te vervangen door hogere aansluitingen en gebruik te maken van een bufferput met pomp om het water op te pompen naar die hogere aansluiting of, indien mogelijk, het rioleringsstelsel in de woning wat aan te passen. In tegenstelling tot het afkoppelen zelf, zijn werken ter voorkoming van terugslag geen verplichting, maar een aanbeveling.
Vooraleer je overweegt om enkel de verplichte afkoppelingswerken uit te voeren willen we wel benadrukken dat de risicos die daaraan zijn verbonden, bij de eigenaar liggen. Als je nadien slachtoffer zou worden van een ondergelopen kelder, zal je de rioolbeheerder of de gemeente hiervoor niet aansprakelijk kunnen stellen. Mogelijk kan ook je verzekeraar in dat geval een terugbetaling weigeren, net omdat je hebt nagelaten de aanbevelingen uit te voeren. Hou dus rekening met de risicos en de gevolgen als je beslist om bepaalde werken niet uit te voeren.
Om de kosten te drukken zal wie een kelderaansluiting heeft wellicht geneigd zijn om de voorgestelde bufferput met pomp te vervangen door een terugslagklep om terugslag van water te voorkomen. Die klep kan een optie zijn voor een regenwaterafvoer op kelderniveau, bijvoorbeeld op de aansluiting van een afrit naar een ondergrondse garage. Bij regenwater is het risico op blokkeren en dus ook het onderhoud van de klep beperkt, al blijft onderhoud altijd nodig. De klep is ook vooral bij regenwater nuttig, omdat een regenwaterriolering het grootste deel van de tijd alle water kan verwerken en enkel bij extreem weer voor terugslag kan zorgen. Maar ook dan heb je nog een hogere aansluiting, een klein pompputje en een dompelpomp nodig om het water dat op de afrit valt en niet meer naar de riolering kan via de kelderaansluiting, naar de riolering te kunnen pompen. Die pomp is dan wel enkel nodig bij extreem weer (en gesloten terugslagklep) en niet bij normale weersomstandigheden.
De reden waarom de afkoppelingsdeskundige dit alternatief niet zal voorstellen is omdat dit nog altijd een risico inhoudt op wateroverlast als de pomp niet werkt door een technisch defect of stroomonderbreking.
Ook voor een kelderafvoer van vuil water wordt aangeraden een hogere aansluiting te voorzien. Het risico op terugslag is bij vuil water wel kleiner, maar niet onbestaande. Indien een hogere aansluiting niet uitvoerbaar is, kan een terugslagklep ook voor een vuilwaterafvoer overwogen worden om terugslag te voorkomen. Zorg er dan wel voor dat deze vlot bereikbaar is voor regelmatig onderhoud.
Kortom, het is aangewezen dat je de adviezen van de afkoppelingsdeskundige ter harte neemt als je wil voorkomen dat je kelder onder water komt te staan.
Oppompen vuil water
In principe worden de nieuwe DWArioleringen zo aangelegd dat alle bestaande huisaansluitingen kunnen worden overgekoppeld zonder aanpassing van het private vuilwaterrioleringsstelsel. In uitzonderlijke gevallen lukt dit voor bepaalde kelderaansluitingen niet en is het oppompen van het eigen vuil water naar een hogere aansluiting noodzakelijk.
Omdat er een aansluitplicht bestaat, zullen ook woningen die lozen in een zinkput achter de woning hun afvalwater verplicht naar de nieuwe riolering in de straat moeten brengen, indien nodig met behulp van pompen. Die verplichting geldt ook voor wie een IBA (Individuele Behandelingsinstallatie Afvalwater) heeft geplaatst bij gebrek aan riolering in de straat ten tijde van de aanpassing/uitvoering van het eigen rioleringsstelsel. Bij gebrek aan een riolering in de straat is een IBA beter dan een zinkput, maar in een regionale waterzuiveringsinstallatie kunnen nog aanzienlijk meer afvalstoffen uit het afvalwater worden gefilterd. Vandaar de verplichting om ook in dat geval het afvalwater ongezuiverd naar de straat te brengen.